EXCLUSIEF INTERVIEW: Bovenste Knoopje Open
De zoektocht naar optimisme in een wereld vol crisissen.

Cabaret- en muziekgezelschap Bovenste Knoopje Open gelooft dat kunst kan bijdragen aan een intiemere samenleving. Aan verbinding tussen verschillende mensen. De band wil enorm graag een positieve verandering maken in de wereld en doet dat met bijzondere, indrukwekkende en soms kritische teksten. Cheyenne van de marketingafdeling van Theater Lampegiet ging in gesprek met de artistiek leider van de band: Sjoerd van Capelleveen.


Dit interview liever kijken of luisteren? Klik dan op de podcast onder aan deze pagina!

Bovenste Knoopje Open is misschien wel de toekomst binnen muziekcabaret. Kan je me meer vertellen over hoe het allemaal begon?
Sjoerd: “Jazeker. Ik zat op de Docent Theater opleiding, samen met een goede vriend van me die ik al kende vanaf de basisschool. Job Külkamp. Hij is drie jaar geleden gestopt met de band, maar met hem ben ik het ooit begonnen. We zaten bij elkaar in de klas en maakten allebei Nederlandstalige liedjes. Toen is dat door gaan ontwikkelen.

Wij deden het de eerste jaren met zijn tweeën en toen leek het ons een super vet idee om ook andere instrumenten erbij te hebben. We hadden wel eens met een drummer en een saxofonist wat optredens gedaan, dus toen dachten we: dat moeten we hebben! En toen kwam Marcel. Die kon saxofoon én viool! Nu hebben we daar grote spijt van, want het is heel moeilijk om voor hem vervanging te regelen. Nou speelt hij gelukkig bijna altijd mee. Siebe (drums) kwam via Marcel, omdat zij in dezelfde klas hebben gezeten op de Vrije School. En Job Jurre (cello, bas) heeft samen met Marcel in een orkest gezeten. Dus we hebben het eigenlijk allemaal aan Marcel te danken.”

Je wordt in je vriendenkring vaak de “eeuwige optimist” genoemd. Hoe zorg je ervoor dat je die naam eer aan doet?
“Nou, het ding is meer dat ik vroeger door mensen zo werd genoemd en tegenwoordig niet meer. Dat is eigenlijk een beetje de crux van waaruit ik ben begonnen te schrijven. Vroeger vonden mensen mij een beetje vervelend, zo heel onbezonnen en optimistisch. Dat is hoe veel mensen mij zagen. De zin is veel door mijn hoofd gegaan tijdens het maakproces: misschien klopt het cliché wel dat je met het ouder worden ook wat cynischer wordt en wat kritischer. Maar ik wil dat echt niet! Dus ik ben op zoek gegaan naar hoe je dan toch een optimistisch perspectief kunt krijgen in deze tijd zonder naïef te zijn. Ik begin dat steeds meer te vinden en dat is ook wat ik kom delen tijdens deze voorstelling.”

"Ik ben op zoek gegaan
naar hoe je een optimistisch perspectief
kunt krijgen zonder naïef te zijn."

Jullie hebben al ruim 400 keer mogen optreden. Wat is het gekste dat je ooit hebt meegemaakt tijdens zo’n optreden?
“Oh, jeetje. Wat een leuke vraag. Met Bovenste Knoopje Open hebben we één kindervoorstelling. Die hebben we echt jaren geleden gemaakt en die ben ik gewoon blijven spelen. Ik vind het gewoon super leuk om ook af en toe voor kleine guppen te spelen en die doen echt de meest rare dingen. Na afloop doen we altijd vragen en dan mogen kinderen vragen stellen. Toen speelden we diep in Twente daar was zo’n klein jongetje. Ik vind het altijd fantastisch als van die kleine jongetjes zo’n dik accent hebben. Dat jongetje had zijn vinger op en toen zei hij: ‘Ja, ik heb eigenlijk geen vraag. Ik ben nog nooit in het theater geweest, maar ik vind dit wel héél leuk!’ Echt heerlijk zo dat onbezonnene.”


Wat vind je zo waardevol aan op het toneel staan?
“We komen vaak mensen tegen na de voorstelling en elke keer als iemand naar je toekomt en zegt wat onze muziek voor hem betekent, krijg ik een gevoel van hoop, ontlading of warmte bieden, of liefde delen. Wat super zinnig en waardevol is!”

Hoe is de sfeer meestal bij jullie voorstellingen en hoe zou je je publiek omschrijven?
“Ik denk dat er veel liefde is als je bij ons bent. We hebben altijd heel veel plezier met elkaar terwijl we spelen en er ontstaat meestal iets broeierigs, iets oprechts en reëels. Gewoon een soort van hier en nu. Je krijgt een beetje het gevoel van op vakantie zijn.”

"Je krijgt bij ons
een beetje het gevoel
van op vakantie zijn.”

'Hoe is het water' gaat over optimisme in tijden van reclames, filters en complottheorieën. Zijn dat onderwerpen die een grote rol spelen in je leven?
“Wel als ik in zo’n maakproces zit zoals voor deze voorstelling. Ken je van die mensen die altijd een woordgrapje kunnen maken? Dat vind ik altijd bizar. Zij zijn met mensen in gesprek en beseffen zich ineens dat hier een woordgrapje in zit en dan maken ze hem. Dat heb ik eigenlijk de hele tijd met alles wat ik meemaak en zie. Ik denk de hele tijd dat ik iets kan met dat onderwerp waar ik mee bezig ben. Als ik dan een bepaalde gedachte heb, neem ik dat op met mijn mobiel. Bijvoorbeeld een bepaalde zin die ik mooi vind. Dan kan ik er daarna mee aan de slag om er liedjes van te maken. Dus ik ben er heel erg mee bezig en dat is ook doodvermoeiend.”

Iedere voorstelling die jullie maken, lijkt over een ander groot thema te gaan. Heb je al enig idee over welk thema jullie hierna gaan schrijven?
“Ik heb wel heel veel zin gekregen om een voorstelling te maken waarbij je een band als The Beatles, of nummers uit de jaren ’60, lekker gaat hertalen. En daar dan zelf verhalen bij zoekt. En ik voel bij mijzelf steeds meer de noodzaak om wat meer op zoek te gaan naar dat optimisme en naar hoop bieden.”


Waar halen jullie je inspiratie vandaan?
“Ik denk dat het bij mij voornamelijk boeken zijn. Ik wil altijd meer lezen, daar vertel ik in de voorstelling ook over. Als je erover nadenkt... als ik de tijd die ik op YouTube zit, had besteed aan boeken lezen, hoe slim zou ik nu dan zijn! Ik lees graag literatuur en essay achtige boeken. Een van de grote inspiratiebronnen van deze voorstelling is een boek van Paul Verhaeghe, een psycholoog uit Vlaanderen. Zijn boek Identiteit vond ik heel interessant. Want hoe komt onze identiteit tot stand? Een andere inspiratie was het boek De Meeste Mensen Deugen van Rutger Bregman. Wat ik ook echt een fantastisch boek vond.”

"Ik voel steeds meer
de noodzaak om optimisme
en hoop te bieden."

Wat zou je samen nog willen doen in de toekomst, naast jullie voorstellingen?
“Bijna elk jaar doen we wel iets geks. Zoals een jeugdtheatervoorstelling, een podcast of met een andere band optreden met superveel instrumenten op één klein podium. Wat echt een droom zou zijn, is om met een orkest spelen. Iets anders zou zijn om een filmer mee te nemen, een busje te kopen en met de band een roadtrip te maken door Nederland en alle gekke provincietjes. Dan gewoon optreden, nieuwe muziek maken, mensen spreken, je laten inspireren.”

Als je zou moeten kiezen tussen muziek en cabaret. Welke keuze zou je dan maken?
“Ik wilde gaan zeggen dat muziek de mooiste kunstvorm is, maar zoiets kan je natuurlijk niet zeggen. In de cabaretvorm heb je natuurlijk ruimte om zoveel meer te zeggen dan je woordelijk of inhoudelijk met een liedje kan en ik hou daar heel erg van. Van iets zien en er iets van vinden en dat weer vatten in een soort tekstje. Dat zou ik wel enorm missen. Maar ik zou toch voor muziek kiezen. Vorig weekend stonden we bijvoorbeeld op een festival en speelden we liedjes in een tent. De juiste vibe is er dan heel snel, terwijl het theater daar soms een beetje in kan tegenwerken. Dan komt het publiek binnen en dan moeten ze stilzijn. Het licht gaat uit en dan komt er een serieus gevoel. Dan moet je het eerste kwartier hard werken om tot een sfeer te komen die er gelijk al was geweest als je bij iemand in de huiskamer had gespeeld.”

Een paar maanden geleden hebben jullie getekend bij Korthals Stuurman. Wat is het grootste verschil wat je sindsdien hebt gemerkt in jullie manier van werken?
“Dat was echt een jongensdroom die werkelijkheid werd. Het is echt onwaarschijnlijk moeilijk om een setting te creëren waarbij er iemand van een impresariaat aanwezig is, laat staan dat ze het dan leuk genoeg vinden. Ik vind echt dat we heel veel geluk hebben gehad met Korthals Stuurman. Het is super familiair en echt fijn. En wat er dan veranderd is? Er gaan veel meer deuren open natuurlijk, dus we hebben er allemaal connecties bij. Er wordt ineens werk voor me gedaan wat ik dan niet meer hoef te doen. En je ontmoet allemaal andere mensen die ook kleinkunst of cabaret maken.”

"Wat echt een droom zou zijn,
is om met een orkest spelen."

Welk nummer (of welke artiest) is echt jouw all time favorite? 
“Jakob Collier met Sky Above. Dat begint met alleen maar stemmen en die harmonie is echt mooi. De eerste keer dat ik hem luisterde, zat ik in de auto en mijn vriendin lag naast me te slapen, wat sowieso al fantastisch is als je rijd en je geliefde slaapt naast je. We waren op weg naar Italië en toen luisterde ik dat nummer voor de allereerste keer. Ik moest huilen omdat het gewoon zo prachtig is. Ik vind die man de Mozart van onze tijd. Hoe hij over muziek praat en mensen kan enthousiasmeren. Hij is ook echt een voorbeeld van dat ‘jezelf zijn’ het beste is wat je kan doen.”

Deel je dezelfde muzieksmaak met je bandgenoten of zitten er wat verschillen tussen?
“Dat is heel verschillend. Ik luister zelf helemaal niet zoveel Nederlandstalige muziek. Als ik het al doe, dan is het Lucky Fonz, BLØF of Acda en de Munnik. Maar ik zet het niet zo heel vaak op. Als ik naar muziek luister, is het meestal jazz of folk. Siebe zit veel meer in de metal hoek. Marcel zit echt in een soort indy hoek met allemaal hele gekke dingen en experimentele geluidjes die dan in elkaar haken. En Job Jurre zit in de klassieke hoek. Grappig is dat, hè? Want we vinden natuurlijk alle vier onze muziek prettig.”

De meerderheid van de band is verslaafd aan boulderen. Wat is de aantrekkingskracht van de sport?
“We zijn niet meer de meerderheid, jammer genoeg. Ik ben denk ik nog maar in mijn eentje. Dus boulderen, voor de mensen die het niet weten, is klimmen zonder touw, maar niet free solo, dus je gaat niet zo heel hoog en je valt gewoon op een mat. Marcel kan het niet meer omdat hij last heeft van zijn polsen en Job doet het ook niet meer zo veel. Misschien heeft dat ook wel iets te maken met zijn cello en niet de kans willen lopen dat het fout gaat. Het is ook echt de meest domme sport om te doen als muzikant. Ik was laatst een beetje ziek en toen ging ik toch boulderen. Toen moest ik een move doen die normaal gesproken goed was gegaan, maar omdat ik een beetje ziekig was, ging dat mis. Het had veel slechter kunnen aflopen. Dan had ik helemaal niet meer piano kunnen spelen. Nu ging er bij bepaalde akkoorden een soort pijnscheut door me heen. Maar ik vind het gewoon te leuk.”

Heb je nog een scoop voor onze lezers?
“Ja, dat weet nog bijna niemand, maar we gaan een nieuw album maken. Daar komen liedjes in die nu al in de nieuwe voorstelling komen, maar ook allemaal andere nieuwe liedjes. We gaan ook nog wat meer samenwerkingen aan met muzikanten van buiten ons collectief. Daarnaast komt er een nieuw seizoen van onze podcast Liftmuziek, met nieuwe interviews en liedjes die daar dan weer uit voortkomen.”

 

Meer weten? Beluister het complete gesprek via onze podcast Theater Praat op Spotify en YouTube! 
Hoe is het water is op vrijdag 17 november te zien in Spectrum Veenendaal. Bestel nu je tickets.